Cabernet Sauvignon levert wijnen met dieppaarse kleur, frisse aciditeit en stevige tannines. De stijl wordt in grote mate bepaald door het klimaat : in koelere gebieden heeft de wijn aroma’s van kersen en pruimen en ook hints van groene paprika en munt. Bovendien hebben deze wijnen ook een hoge graad van aciditeit. Dit maakt de wijn soms minder soepel en evenwichtig. Hij zal daarom vaak gevinifieerd worden in een typische blend van cabernet sauvignon, cabernet franc en merlot. In een warm klimaat wordt de wijn soepeler met aroma’s van donker warm fruit. Cabernet Sauvignon leent zich zeer goed tot houtrijping. Deze wijnen worden bijkomend gekenmerkt door aroma’s van potloodslijpsel, kruidigheid koffie, caramel…
Culinair : goed bewaard opent een goede Cabernet Sauvignon-wijn zijn volle aroma’s mooi verweven met tertiaire aroma’s. Gerijpte Cabernet Sauvignon wijnen worden op tafel gezet bij krachtige gerechten, vooral in het wildseizoen. Jongere versies passen best bij stevig rood vlees, zeker als er enig weerwerk tegen aanwezige tannines vereist is.