Naargelang het klimaat worden er twee groepen onderscheiden :
– In de koude klimaatzones worden meestal rechtlijnige en aromatische wijnen geproduceerd, met een duidelijke aciditeit en knisperige aroma’s. Het betreft hier vooral monocépages.
– In warmere klimaatzones wordt de Sauvignon Blanc vaak geblend met Semillon of Chardonnay om aldus vollere en zwoelere wijnen te bekomen.
Culinair : frisse, zuivere wijnen gemaakt van Sauvignon Blanc harmoniëren het beste met frisse, primaire gerechten die op zich gedragen worden door de aciditeit van de wijn. Een klassieke combinatie is die met verse geitenkaas. Ook gegrilde vis- gerechten passen perfect bij deze wijn. Door zijn fraîcheur is deze wijn bovendien ook zeer geschikt als aperitiefwijn. Naarmate de wijn voller en krachtiger is, door houtlagering of door een blend met een andere druif, mag ook het gerecht in complexiteit winnen.